Het eten dat je binnenkrijgt moet allemaal worden verteerd. De spijsvertering is het losmaken, opnemen en omzetten van voedingsstoffen in energie en bouwstenen voor het lichaam. Vanaf de mond tot de anus is voeding 24 tot 28 uur onderweg. Tijdens de vertering kan het lichaam alle voedingsstoffen via de darmen opnemen in het bloed.

Mond

Voedsel komt als eerste in de mond binnen. Daar wordt het fijn gemalen en gemengd met speeksel. In het speeksel zitten enzymen die bijdragen aan de vertering. Als we aan eten denken komt er al speeksel vrij. Op een dag is dat in totaal ongeveer een liter!

Slokdarm

Als je je eten doorslikt komt het voedsel in de slokdarm terecht. Om te voorkomen dat je je niet verslikt, zit het strotklepje in de slokdarm. Het strotklepje zorgt ervoor dat voeding via de slokdarm naar de maag gaat en niet in de luchtpijp terecht komt. Als het voedsel in de slokdarm terecht is gekomen dan wordt het gekneed en geleidelijk naar de maag geleid. Daarvoor moet het eten nog door een sluitspiertje: de slokdarmsfincter. Deze kringspier zorgt ervoor dat het eten uit de maag niet meer terug omhoogkomt. 

Maag

De spijsvertering is noodzakelijk omdat voedingsstoffen pas kunnen worden opgenomen als ze helemaal zijn afgebroken in de kleinste stukjes.

De volgende stap om de voedingsstoffen zo klein mogelijk te maken vindt plaats in de maag. Hier begint de afbraak van eiwitten. In de maag zit maagsap. Dit sap is heel zuur, zodat bacteriën die we via ons voedsel binnenkrijgen kunnen worden gedood. Ook bevat het maagsap spijsverteringsenzymen, waardoor de vertering verder in zijn werking gaat.

Lever

De lever heeft veel functies (ongeveer 200!), waaronder het afbreken van medicatie, alcohol en andere giftige stoffen. De lever produceert gal. Dit wordt opgeslagen in de galblaas. Als er vet in de voeding zit, geeft de galblaas gal af. De gal zorgt ervoor dat het vet uit de voeding wordt geëmulgeerd. Dat betekent dat het vet beter verdeeld wordt in de waterige omgeving in de darm, want water en vet mengt niet uit zichzelf. Zo kunnen de spijsverteringsenzymen de vetten afbreken.

Alvleesklier

De alvleesklier geeft sap af. Dit sap bevat ook spijsverteringsenzymen die van belang zijn om alle macronutriënten te kunnen verteren en op te nemen.

Dunne darm

Het eerste deel van de dunne darm heet de twaalfvingerige darm. In dit deel komen verteringssappen uit de alvleesklier en galblaas erbij. In de dunne darm worden alle drie de macronutriënten van onze voeding - koolhydraten, vetten en eiwitten - afgebroken en opgenomen. Daarna gaat het voedsel door naar de dikke darm. In de dikke darm worden de voedingsstoffen uit de voeding opgenomen. Ook zorgt de dikke darm ervoor dat er water en zouten uit de ontlasting worden gehaald, zodat een soepele en toch vaste ontlasting ontstaat. Dit wordt tijdelijk opgeslagen in de endeldarm, net zolang tot je aandrang krijgt en de ontlasting via de anus het lichaam verlaat. 

Dit zijn alle stappen van de spijsvertering globaal uitgelegd. Het begint in de mond en legt dan de rest van de route af. Zoals je hebt gelezen zijn er heel veel factoren die meespelen in de vertering. Op de bijgevoegde afbeelding is nog duidelijk te zien waar alles in het lichaam zit. Hopelijk is het duidelijk uitgelegd en bent u weer een stukje wijzer geworden!

Blijf op de hoogte van Fitland

Meld je aan voor de nieuwsbrief